Oorspronkelijk was het woord sonnet slechts de algemene aanduiding
voor een kort gedichtje maar tegenwoordig verstaan we onder een
sonnet alleen gedichten die voldoen aan bepaalde specifieke
vormeisen wat betreft strofe-indeling, rijm en metrum.
Zijnde twee kwatrijnen en twee terzetten.
Of ook wel een octaaf en een sextet.
Welke eisen/regels niet heel erg strikt nageleefd moeten worden
zolang het sonnet maar wel het goede ritme hanteert.
De functie en de positie van de volta.
De nagenoeg verplichte wending in het gedicht. de volta of
chute, valt meestal, maar niet altijd meteen na het octaaf, zodat
octaaf en sextet tegen elkaar afgezet worden. De volta is een inhoudelijke verandering die in een bepaalde relatie tot het voorafgaande,
meestal dus het octaaf, staat.
Het sextet geeft dan een tegenstelling, een conclusie of
een toepassing van het in de twee kwatrijnen opgeroepen beeld.
Ook is eventueel een pointe mogelijk,
een samenvatting of een bespiegelende slotregel.
Teneinde de spanning in het gedicht tot een climax te voeren,
is een tweede terzet vaak, maar niet noodzakelijk
een verscherping van het eerste.


































